zaterdag 14 april 2012

The Prison Ward


The Prison Ward

Hoewel het bestaan van een afdeling, waar men naast patiënt tegelijkertijd ook gevangene is, in dit land best voorstelbaar is, vond ik het een afschrikwekkend idee toen ik er voor het eerst over hoorde. Associaties met lugubere scenes uit boeken en films als ‘Papillon’, ‘shawshank redamption’ en ‘the Green Mile’, drongen zich onmiddelijk levendig aan me op, toen een verpleegkundige vertelde over ‘the prison ward’.
Het is een afdeling in een afgesloten en bewaakt gebouw, helemaal achteraan op het ziekenhuisterrein. In Malawi is dit de enige in z’n soort. Deze ziekenafdeling hoort bij Zomba Central Prison, een van de grootste gevangenissen van het land op een steenworp afstand van het ziekenhuis. Met zo’n grote gevangenis hier in de voormalige hoofdstad, hoort logischerwijs de bijbehorende prison ward ook thuis in het plaatselijke centrale ziekenhuis, zo werd me uitgelegd.
De gevangenisafdeling was tot nu toe nog aan mijn aandacht ontsnapt, en ik besluit om er eens te gaan kijken om te zien of er iets van mijn associaties klopt met de werkelijkheid. De nurse van dienst zit buiten naast de geüniformeerde politiebewaker voor de ijzeren toegangsdeur, en wil me na enige toelichting zeker een rondleiding geven. De patiënten komen uit gevangenissen in het hele land, waarvan de meesten hier uit de stad, vertelt ze me terwijl de bewaker het grote hangslot met een klik opent. Een klein halletje vooraan in het gebouw, geeft toegang tot drie gedeelten. Er zijn twee kleine zalen en een grote, allen door ijzeren traliedeuren afgesloten. Aan de linkerzijde de vrouwenkant, die meestal leeg is, in het midden de isolatiekamer voor patiënten met besmettelijke ziekten zoals open tuberculose, en aan de rechterzijde het gedeelte waar de mannen liggen. Er zijn dertig mannenbedden, waarvan het merendeel bezet is op het moment. Ik zie de meesten zwijgend liggen op de stalen ledikanten, die voorzien zijn van dunne matrassen en schone, maar kapotte dekens. Ze liggen op hun rug, armen gevouwen onder het hoofd, en staren naar een onzichtbaar punt. Wanneer we door de traliedeur de mannenzaal opgaan, vertelt de nurse over de meest voorkomende diagnoses hier, die bestaan uit infectieziekten alsmede verwondingen en botbreuken na mishandeling.

Achterin de herenbarak, die wordt verlicht door tralieramen op ooghoogte, komt een man in een rolstoel door een stel klapdeuren de zaal in. Hij komt vanuit een achtergelegen kleinere ruimte, en aangezien de rest van de zaal open is en vol staat met bedden, vermoed ik dat daarachter het sanitaire gedeelte van de afdeling is. Zijn rolstoel is een combinatie van een plastic tuinstoel met afgezaagde poten, op het onderstel van een originele rolstoel. De patient danwel gevangene zwemt in zijn kapotte kleren en lijkt erg klein in de tuinstoel op wielen. Wat bepaald niet klein aan hem is, is zijn rechter voet, die fors gezwollen en wit uitgeslagen oogt. Het formaat is viervoudig ten opzichte van links, en de voet is met een reep verband vastgebonden aan de enkel van de gezonde kant. Dit lijkt te zijn gedaan om te voorkomen dat de voet over de grond zou slepen, schat ik in.
De stakker kijkt me stralend aan als hij me opmerkt, en schenkt me een mooie glimlach, voordat hij terug naar zijn bed rolt. ‘What’s wrong with his foot?’ vraag ik aan de nurse in charge, terwijl ik naar de schimmelwitte kolos kijk. ‘Nobody knows’, zegt ze verontschuldigend terwijl ze haar schouders ophaalt, ‘but probably it has to do with his HIV-infection’. ‘You know’, gaat ze vertrouwelijk verder, ‘over 90% of the patients in here are HIV positive, likewise in Zomba Central Prison’. Verbaasd laat ik deze informatie even op me inwerken. In vergelijking met de landelijke prevalentie, ook al zeer problematisch met zo’n 15%, is dit een indrukwekkend hoog percentage! Hoewel ik een vermoeden heb van de reden, ben ik ook erg benieuwd naar de verklaring van de nurse, en besluit ik me van de domme te houden. ‘Do you perhaps have any explanation for this incredible high amount?’ informeer ik. Ze komt wat dichter bij me staan en buigt haar hoofd nog wat dichter naar me toe. ‘Yes!’ zegt ze zacht maar duidelijk, ‘it is anal sex’. Daarna knikt ze een keer gedecideerd voor ze verder gaat. ‘I tell them about the risks and I give them the consultation about HIV transmission and everything….. But they keep doing it, even here in the ward!’
Hoewel mannen geregeld hand in hand staan en lopen op straat, en sociaal vaak intiemer zijn dan ik gewend ben in Nederland, is homoseksualiteit een absoluut taboe in Malawi, homoseksuele handelingen inbegrepen.Toch geeft de openheid van de nurse ook enige moed. ‘Are they provided with condoms?’ durf ik haar te vragen. Even is het stil. ‘Ehm, not here’, zegt ze terughoudend, ‘but they get them in prison’. En dan trekt ze een gezicht alsof ze wil zeggen: ‘en hiermee is het onderwerp wat mij betreft afgelopen’. En dit geldt ook voor de rondleiding, begrijp ik, want de nurse loopt even later al kordaat richting uitgang.
Nog een laatste keer kijk ik de zaal rond, terwijl ik me afvraag waar ze dan precies met elkaar vrijen (In bed? Eronder wellicht? Of in de wasruimte achter de klapdeuren? Of in de wc misschien?) , en of het ze nog uitmaakt als iemand ze zou zien. Wat is privacy überhaupt nog als je gevangene bent in Malawi? En zouden begrippen als tederheid en intimiteit nog enige betekenis hebben?
De nurse lijkt me op dit moment niet bepaald in de stemming voor dit soort vragen, en dus volg ik haar zwijgend naar de uitgang.
De traliepoort wordt weer achter me afgesloten, wanneer ik concludeer dat het gruwelijk bewonderenswaardig is dat de man met de witte voet zo’n oprechte lach wist te produceren. Nurse in charge gaat weer naast de bewaker zitten, en beiden knikken ze beleefd als ik ze bedank voor de rondleiding. Met mijn handen in de zakken van m’n witte jas loop ik terug richting het hoofdgebouw.
Dit was met afstand de verdrietigste afdeling die ik tot nu toe gezien heb. En dat terwijl ik er niemand heb zien huilen.

Eva 30 april 2012.

2 opmerkingen:

  1. Jee, wat een indrukwekkende ervaring...
    Groet Luc

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Zoals je weet ben ik zeer visueel ingesteld en moet ik even bijkomen van je prachtig geschreven verhaal. Vooral je laatste zin : "verdrietigste afdeling...terwijl ik er niemand heb zien huilen. Heftig!

    Zo bijzonder wat je allemaal meemaakt.

    Dikke kus,

    Helmie

    BeantwoordenVerwijderen