donderdag 1 maart 2012

Guyknee


Zomba Cental Hospital, 28-02-2012.
Guyknee
Want zo spreken ze het uit hier. Gynaecologie wordt ‘Gyn’ en met dikkeMalawiaanselippen-Engels uitgesproken als ‘guyknee’. Daar zit ik dus nu; op de verloskamers. Sowieso komt trouwens overal een achtervoegsel ‘knee’ of ‘ie’ of ‘die’ achter. Afdeling wordt ‘woardie’, leeftijd is ‘agie’ en dan zoveel ‘yearsie’. (Vanmorgen legde ik m’n tas in het omkleedhok op het schapje ‘bagsi’).
Guyknee dus. De ruimte is een groot betonnen hok van zo’n 100 vierkante meter, met een zusterpost aan de zijkant. Deze post, niet meer dan een houten bar met wat bureaustoelen, wordt naast zusters bevolkt door midwives en midmen, die daar veelal hangend hun dag doorkomen. Vanuit hier kun je de gehele afdeling, die uit twee door een muur afgescheiden gedeeltes bestaat, overzien. Dit overzicht kan van levensbelang zijn, vanwege de afwezigheid van elektronische bewaking van de zwangeren en ongeborenen. Beide zijden van de zaal hebben 4 verlosbedden, afgeschermd door lichtblauwe douchegordijntjes, die op heuphoogte boven de grond zweven. (Opdat je er hangend in je stoel precies onderdoor kunt kijken). Er zijn hier zo’n 25 bevallingen per etmaal, hetgeen neerkomt op gemiddeld 1 baby per uur.
Ik mocht meteen aan de bak vanmorgen. ‘Doctor Eva could you check on this one?’ Douchegordijn 1. Een jonge moeder, die hard werkte om haar eerste spruit op de wereld te zetten, met een pluk kersverse hoofdharen al enige tijd zichtbaar tussen haar benen. Doch niet zo heel effectief persend, viel me op toen ik m’n handschoenen aantrok bij het bed. ‘Maybe you can do a vacuum extraction?’ vroeg de nursie mij. ‘Yeah, let’s see’, mummelde ik. Met wat instructies in steenkolenChichewa, aanmoediging en een bescheiden ‘knip’ (dat wil hier zeggen een ‘cut’ met een wegwerpmesje), was een kunstverlossing gelukkig niet nodig en werd een jonge Malawiaan geboren.
Moeder natuur deed de rest en ik repareerde mijn cut-schade. Vervolgens feliciteerde ik mams en vroeg haar naar de naam van de baby. Er werd hard gelachen door zowel de ‘guardians’ (familieleden) als het personeel op de verloskamers, want dat is hier zelden direct bekend, bleek toen. Ik lachte ook en keek van het schattige kereltje, dat al naar een van de tepels lag te happen, naar buiten door het raam. De grote bomen voor de labour ward ruisten als de zee, er kon wel eens regen gaan komen. Grote zwart-witte vogels, op lange poten, vlogen er af en aan. Ik keek nog eens goed en moest toen glimlachen van oor tot oor:
.... boven de labour woardie wonen ooievaars.

Eva

Geen opmerkingen:

Een reactie posten